De Vrije School Wonnebald in Den Haag stond voor een herkenbare maar complexe opgave: het huidige schoolgebouw aan de Mozartlaan voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. De wens was helder: een toekomstbestendige nieuwbouw, passend bij de onderwijsvisie én zorgvuldig ingepast in de bijzondere, groene omgeving.
Kubiek werd ingeschakeld voor een planologische analyse en het ontwikkelen van stedenbouwkundige modellen die inzicht geven in de mogelijkheden — én beperkingen — van het bestaande bestemmingsplan.
De wens voor nieuwbouw kwam voort uit een uitgebreid Programma van Eisen (PvE), waarin de school haar onderwijskundige, functionele en ruimtelijke behoeften concreet maakte. Naast grotere klaslokalen en een volwaardige gymzaal, vroeg het PvE ook om extra ruimten voor ondersteuning, creatief onderwijs en sociale ontmoetingen.
Het gebouw moest bovendien passen bij de antroposofische visie van de school: veel licht, een warme uitstraling, en een vanzelfsprekende verbinding met de natuur. De nadruk lag daarbij op beter bouwen: een gebouw dat aansluit bij de manier van lesgeven en de kinderen die er dagelijks gebruik van maken.
De school ligt aan de rand van het groene Sterrenbos van Landgoed Meer en Bos, tussen waterstructuren, oude bomen en karakteristieke zichtlijnen. Dat vraagt om meer dan een standaardontwerp. “We willen een school die niet alleen functioneel klopt, maar ook vanzelfsprekend voelt op deze plek,” aldus de school.
Bij het eerste onderzoek werd duidelijk dat het geldende bestemmingsplan hiervoor onvoldoende ruimte bood. Zowel qua bouwvolume als situering waren er knelpunten. “Als je begint bij wat juridisch mag, loop je snel vast,” zegt Rex den Heijer, projectleider vanuit Kubiek. “Onze insteek is om te kijken wat nodig is vanuit de inhoud, en daarna te onderzoeken hoe je daar juridisch ruimte voor creëert.”
Om de ruimtelijke mogelijkheden tastbaar te maken, ontwikkelde Kubiek drie varianten: optie A, B en C. Elk model werd getoetst op bruikbaarheid, volume, relatie met de buitenruimte en de mate van overschrijding van het bestemmingsplan.
Model A gaat uit van een losstaand hoofdgebouw aan de westzijde van het terrein, met een aparte gymzaal aan de oostkant. Deze spreiding resulteert in een hoog ruimtebeslag op maaiveldniveau en een minder logische samenhang tussen functies.
Model B voegt de gymzaal samen met het hoofdgebouw tot één compact geheel. Dit resulteert in een overzichtelijke hoofdvorm, een sterke relatie met het omliggende landschap én ruimte om het gebouw efficiënt te ontsluiten. De hoofdentree wordt verplaatst naar het bruggetje aan de Catharina van Rennesstraat, waardoor een logische verbinding met de wijk ontstaat. “Dit model brengt onderwijs, oriëntatie en landschap het beste bij elkaar,” waren de reacties. “Je voelt dat het werkt als totaalbeeld.”
Model C is een variant op model B, met een andere opbouw van de interne structuur. Hoewel het qua volume iets compacter is, scoort het minder goed op gebruikslogica en inpassing.
De analyse van alle drie de modellen maakte duidelijk dat geen van de opties binnen de grenzen van het huidige bestemmingsplan past. De maximaal toegestane inhoud (10.700 m³) werd in elk geval overschreden, en een deel van het gewenste bouwvolume lag buiten het geldige bouwvlak. Realisatie op basis van het bestaande plan was dus niet haalbaar.
“Je moet het juridische kader niet als begrenzing zien,” zegt Rex, “maar als iets dat je actief kunt vormgeven. Zeker als het maatschappelijk belang zo groot is als hier.”
Kubiek adviseerde daarom om te kiezen voor een nieuw bestemmingsplan met een ruimer bouwvlak, passend bij het Programma van Eisen. Het ging hier niet om het vergroten van ambities, maar om het juridisch mogelijk maken van wat onderwijskundig en ruimtelijk noodzakelijk is.
“Wat we met deze modellen wilden laten zien,” zegt Rex, “is dat je keuzes visueel en ruimtelijk onderbouwd kunt maken. Dan praat je niet langer over aannames of bezwaren, maar over kwaliteit.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt bleek model B de beste balans te bieden tussen gebruik, structuur en landschappelijke inpassing. De compactheid zorgt voor behoud van buitenruimte en overzichtelijkheid op het terrein. De nieuwe entree sluit logisch aan op de wijk. En het ontwerp biedt ook op langere termijn flexibiliteit, bijvoorbeeld voor uitbreiding of veranderend gebruik.
De gemeente toonde zich positief over de planologische benadering, omdat het voorstel met model B niet alleen inhoudelijk overtuigde, maar ook helder communiceerbaar was richting raad en omwonenden. Zo groeide het draagvlak voor een vervolgtraject met verdere uitwerking.
“Als Quadraat hulp nodig heeft bij de planvorming voor scholen, werken we graag met Kubiek. Zij brengen de mogelijkheden goed in beeld en wijzen ons ook op belangrijke omgevingsfactoren.”
– Geert Jan Rozendaal, projectmanager bij Quadraat Projectmanagement.
bron architecten beelden: 9 graden architectuur
Kubiek ondersteunt gemeenten, schoolbesturen en maatschappelijke organisaties bij het creëren van de juiste ruimtelijke randvoorwaarden voor hun ambities.
Wil je meer weten over dit project of over onze aanpak?
Heeft u een vraag? Wij staan u vrijblijvend te woord.