telephoneemaillinkedin
Onderdeel van het bestemmingsplan is onder andere de toelichting. In de toelichting wordt uiteen gezet op welke manier de kaders die gesteld zijn door het bestemmingsplan, getuigen van een goede ruimtelijke ordening. Het kan voorkomen dat in deze onderbouwing op een bepaald aspect onderzoek vereist is om tot een juiste en eenduidige conclusie te komen waarom de voorgenomen ontwikkeling op die plek passend is. Onderzoeken naar deze zogeheten 'Omgevingsfactoren' kan bijvoorbeeld betrekking hebben op Archeologie, Bodem, Flora & Fauna, Geluid, Externe veiligheid of bedrijf- en milieuzonering. Kubiek is deskundig in het aanleveren van de gevraagde rapportages en kan deze zowel los als in een totaalpakket met het bestemmingsplan aanbieden. In onderstaande zal er verder worden ingegaan op de verschillende omgevingsfactoren.

Archeologie
Het Nederlandse bodemarchief is middels de Erfgoedwet beschermd. Doelstelling van deze wet is de bescherming en het behoud van archeologische en cultuurhistorische waarden. Hiertoe zijn er verdeeld over Nederland archeologische bestemmingen toegekend aan bepaalde plaatsen waarvan wordt verwacht dat er eventueel archeologische waarden zich in de bodem bevinden. Indien er een project zal worden uitgevoerd op een plaats waar zo'n archeologische bestemming ligt is het van belang om naar de opgestelde archeologische regels te kijken. Vaak gelden er namelijk vrijstellingsregels. Indien hier niet aan kan worden voldaan is het noodzakelijk om door middel van een onderzoek eventuele schade aan de aanwezige archeologische waarden als gevolg van het project uit te sluiten. 

Bodem
De kwaliteit van de bodem is van belang om te bepalen of een bepaalde functie op de gewenste locatie passend is. Uitgangspunt hierbij is dat de bodemkwaliteit geen onaanvaardbaar risico opelevert voor de gebruikers van de bodem. Bovendien mag de bodemkwaliteit niet verslechteren door grondverzet, zoals bijvoorbeeld graafwerkzaamheden. Als de geldende bestemming van een locatie wijzigt of er via een omgevingsvergunning wordt afgeweken hiervan is bodemonderzoek noodzakelijk. Het gaat hierbij in eerste instantie om een verkennend bodemonderzoek. Hierbij worden de reeds beschikbare gegevens beoordeeld, zoals bodemkwaliteitskaarten en al uitgevoerde onderzoeken. Soms is dit niet voldoende om de bodemkwaliteit te kunnen beoordelen, dan is veldonderzoek noodzakelijk. Indien er geconcludeerd wordt dat de bodemkwaliteit niet voldoet aan de eisen, zullen er sanerende maatregelen moeten worden genomen. Deze maatregelen moeten worden goedgekeurd door de gemeente. 

Flora en Fauna
In de Wet natuurbescherming is de bescherming van bepaalde, in het wild voorkomende, diersoorten en plantensoorten geregeld. In de wet is bepaald dat activiteiten die schadelijk zijn voor beschermde soorten verboden zijn. Ook ruimtelijke ontwikkelingen kunnen in het kader van de wet Natuurbescherming schadelijk zijn. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het bouwen of slopen van bouwwerken, aanpassingen in de gevel, maar ook het kappen van bomen en verandering van de natuurlijke indeling van een stuk grond. Hiertoe is het van belang dat er in eerste instantie een verkennend onderzoek wordt uitgevoerd. Hierbij worden de aanwezige natuurkundige waarden in kaart gebracht en wordt er gekeken of de ontwikkeling eventueel schadelijk kan zijn. Het kan zijn dat voordat er ontheffing wordt verleend nog aanvullende maatregelen moeten worden genomen om eventuele schade aan de beschermde soorten te voorkomen of te verzachten. 

Geluid
In het kader van de Wet geluidhinder (Wgh) bevinden zich langs alle wegen geluidzones (met uitzondering van woonerven en 30 km/h-wegen). Wanneer binnen deze zones nieuwe geluidsgevoelige bebouwing of functies mogelijk worden gemaakt, dient door middel van een akoestisch onderzoek te worden aangetoond dat er geen hinder wordt ondervonden in het kader van geluid. Het kan zijn dat er maatregelen moeten worden getroffen waardoor kan worden voldaan aan de gestelde eisen ten aanzien van geluid in de Wet geluidhinder. 

Bedrijf- en Milieuzonering
Voor bepaalde bedrijfsfuncties (zoals bijvoorbeeld zwaardere industrie en intensieve veeteelt) zijn er rondom deze bedrijven zones gecreerd waarbinnen geen gevoelige functies mogelijk kunnen worden gemaakt. Deze zonering zorgt ervoor dat functies die niet in elkaars nabijheid passen elkaar niet kunnen belemmeren. In sommige gevallen kan het voorkomen dat er een ontwikkeling gewenst is die binnen deze zonering valt en niet gepast is. Er kan dan onderzocht worden in welke hoedanigheid deze functies elkaar in de weg zitten en of er toch kan worden voldaan aan een goede ruimtelijke ordening. 

Externe Veiligheid
Het kan voorkomen dat in de nabijheid van een planlocatie instellingen of transportaders zijn gelegen waarbij gevaarlijke stoffen worden gebruikt of getransporteerd. Wanneer in de nabijheid van zo'n instelling of transportader een gevoelig functie wordt mogelijk gemaakt voor een bestemmingswijziging of een ruimtelijke ontwikkeling is het van belang dat er kan worden gegarandeerd dat er geen belemmeringen zijn in het kader van de veiligheid van de aanwezige personen als gevolg van de ruimtelijke ontwikkeling. Dit kan onder meer worden gedaan door onderzoek te doen naar de impact van de ontwikkeling ten aanzien van het plaats- en groepsgebonden risico. 

Nieuwsbrief